EXHIBITION : 2/2 - 30/3 in the BERGKERK Open from 11.00 - 17.00 (closed on monday) Free entrance
Address: Bergkerkplein 1 - 7411 EN Deventer
I’ll be present on:
Februari: 9, 14, 16, 21, 22, 23, 28
March: 1, 2, 7, 9, 14, 22, 23, 29, 30
Finissage met filosoof Welmoed Vlieger en Hein van Dongen, welkom!
De Bergkerk is 30 maart geopend vanaf 11 uur en vanaf 16u zal ik kort vertellen over ‘de sfeer van het midden’.
Welmoed Vlieger en Hein van Dongen spreken aansluitend over oa innerlijkheid en wabi sabi.
Momentopname op een lichte dag
door Peter Paul Hattinga Verschure
Bespiegelingen bij de tentoonstelling ‘De sfeer van het midden’ fotografie van Merel Waagmeester en sculpturen van Jilles Waagmeester.
Vanaf wanneer vertelt een foto iets anders dan wat je er op ziet? Is een foto dan niet als een horizon: de grens tussen de wereld die we kunnen zien en de onzichtbare wereld erachter, die van verbeelding en verlangen?
Die vragen kwamen bij mij op toen ik het werk van Merel Waagmeester zag op haar tentoonstelling in de Bergkerk in Deventer. Het was een lichte en stille dag. Zonnestralen vielen schuin door de gotische kerkvensters naar binnen. Haar werk is fotografie, maar met wat Merel daarmee doet ontstijgt die aan het gangbare repertoire dat ik in die discipline pleeg aan te treffen.
Ik kijk naar beelden van heel willekeurige en terloopse onderwerpen, maar dat is niet echt wat ik zie. Ik voel dat ik meekijk met iemand die in de dingen en de plekken abstracte dimensies waarneemt. In de van kleur bevrijde foto’s van Merel is het precies die terloopsheid die ik getransformeerd zie tot een mystieke sfeer van zien, verbeelden en weten: weten in de zin van een essentieel ‘zijn’ met al zijn ontroering, twijfels, vragen en individuele betekenissen - en daarnaar ook een verlangen.
Terloopsheid is er tegelijk wel en niet. Is alles toeval of is niets toeval? Daar ergens betreden we het mystieke vlak.
Vorm en techniek zijn (niet meer, maar ook niet minder dan) de dragers van die sfeer. Ze zijn er de zichtbare buitenkant van. Ik zie de subtiele papiertexturen in de prints op barietpapier, op Kozo papier, op katoenpapier en wat die doen met het beeld. En de lijsten die de werken perfect en onmisbaar completeren zonder af te leiden. Ik voel hier een paradox: de zichtbare techniek is van levensbelang om het niet-geziene zichtbaar te maken. Dat effect ervaar ik des te krachtiger omdat de dingen die je op de foto’s ziet zo gewoon herkenbaar zijn, met de nadruk op allebei die woorden. En toch zó weergegeven zoals alleen Merel die kon waarnemen. Het wonder voor mij is dat zij in die aardse gedaanten de formule vond om tot de mystieke laag te komen.
Ik ervaar de fotografie van Merel als een vorm van absolute kunst waarbij vragen over mooi of niet mooi, laat staan over techniek, op de achtergrond staan. Ze laat zien dat ook zo te bedoelen: het moet óf in deze vorm, óf niet. Geen fysieke of esthetische concessies – iedere concessie zou zicht op de betekenislagen beperken. Kleur zou een te beschrijvend element in de beelden zijn. Kleuren zouden afleiden. Het is precies het kleurenvrije beeld waaraan het werk zijn stille betekenisvolheid ontleent.
Het werk is een uitkomst van zoeken naar het onzegbare in de dingen, niet de maar een uitkomst. Die van nu. Dat herinnert mij aan de quote van Sol LeWitt: ‘If a work of art is made there are many variations that are not made. These may be as important’. Merels werk is wat het hier en nu moet zijn.
Eigenlijk vind ik het werk van Merel té poëtisch om zo beschouwelijk te beschrijven. Kijkende ‘vanaf de zijlijn’ vind ik dat echter een interessant experiment van subjectieve formulering, al beschrijft het maar een momentopname. Het beste herken ik haar werk en de intentie die het weerspiegelt in haar gedicht daar waar de dingen geen gewicht hebben.......
En daar sta ik opeens oog in oog met die andere paradox: de massieve sculpturen van Jilles die met hun fysieke zwaarte verwijzen naar die sfeer waar de dingen geen gewicht hebben. De ultiem aardse beelden naast de etherische fotografie.... Ik herken die gedeelde blik van Jilles en Merel. Een blik tot ver achter de horizon.
Peter Paul Hattinga Verschure
een mooie dag in februari 2025
Hier te zijn
met een ademende steen van hout
die zwijgt en kijkt
naar mij
naar alles wat hem overkomt in tijd
de wind, de nacht, de bomen, de rivieren
de maan verlicht het land en de aarde draagt het water
alles beweegt en maakt geluid
is ongedeeld en toch gescheiden
hier te zijn
in het voorbijgaan van de dingen
die blijvend zijn
wanneer ik stop en wacht en kijk
en voor een tijdje adem met een steen
is wijken
voor dat wat niet ten prooi is aan de tijd
zo broos gevoelig en intiem
de nabijheid van de dingen
o kom mijn liefste laten wij ons ontfermen over bomen en grassen!
ons bekommerend om het kleinste detail
en laat ons vallen in de ruimte van het ogenblik
maak ons een beetje kleiner
een beetje zachter
onschuldig beschikbaar
ja nee hier te zijn
in het aanzien van een ademende steen van hout
is alles lichter
en veilig
hier ben ik die ik was en kan ik rusten
in een roerloos samenzijn
Merel Waagmeester